Column #3

13-04-2022

De week doormidden

“Hoe is het nu?,” vraagt de bedrijfsarts. “Nog steeds ongeneselijk ziek,” antwoord ik. Ik ken haar niet, zij kent mij niet. We hebben sinds de kankerdiagnose alleen telefonisch contact gehad. Of ze de lollige ondertoon opmerkt? Geen idee. Mijn knipoog ziet ze zeker niet. Vervelend die telefoongesprekken, ik krijg altijd een ongemakkelijk gevoel. Nul oogcontact, iemands gezichtsuitdrukking niet kunnen peilen, door mekaar heen praten. En dan beiden stoppen om vervolgens weer tegelijkertijd iets te zeggen. Maar enfin, wat moet, dat moet. Nu is deze bedrijfsarts alleraardigst. Zij doet vriendelijk haar riedeltje en ik riedel mee. Terloops brengt ze de IVA-uitkering ter sprake, in de volksmond betekent dat een volledige arbeidsongeschiktheidsverzekering. Want tja, nog twee jaar – de duur van de ziektewetuitkering – zulke zinloze gesprekken voeren voegen niets toe. Beter dan dit wordt het niet, slechter is waarschijnlijker. Trouwens twee jaar? Misschien ben ik allang eerder gehemeld. En ik ben ‘organisatie loos’ hé, ontslagen na twee maanden proeftijd, omdat NET kanker zijn intrede deed. (tweedubbel pech of driedubbel, zeg ’t maar). Wie zit te wachten op een kankerpatiënt waar je niet van op aan kunt? Dit waren overigens niet de woorden van de alleraardigste bedrijfsarts, wel mijn eigen galgenhumorgedachten. Een soort humor die niet altijd begrepen/gewaardeerd wordt. ‘Ons moeder’ moet er in ieders geval niets van hebben. Het is ook nogal wat als je jongste dochter kanker heeft en van tijd tot tijd spot met de dood. Dus houd ik daarmee rekening, zoveel mogelijk. Ze (88) heeft trouwens een Ipad gekregen, een senioren Ipad, dat wilde ze graag. Om mijn website te kunnen volgen. Stoer! Nou heb ik met haar afgesproken dat ik iedere woensdag, omdat dan de week doormidden gaat, een column post. Ze werd namelijk een tikkel tureluurs van iedere dag kijken, om vervolgens 0,0 input te lezen. Regelmaat, da’s toch belangrijk, zeker op je oude dag. Maar voor mij heeft regelmaat niet de voorkeur, nooit geweest. Toch bang voor sleur en saaiheid denk ik. Hoewel? Tegenwoordig ben ik elke maandag in de plaatselijke supermarkt te vinden, zelfs in meer dan één. Het is een ritme dat me bevalt, toch burgerlijker dan ik dacht.